De complexiteit van het organiseren van ruimte  0

In november verscheen in het tijdschrift Pedagogische Studien een themanummer over de professionele ruimte van leraren in het Voortgezet Onderwijs. Hoewel het onderzoek waarover wordt gerapporteerd in dit themanummer bijna 2 jaar geleden werd afgerond, is het thema nog steeds actueel. Ongeveer gelijktijdig verscheen namelijk het rapport ‘Ruim baan voor leraren’ van de Onderwijsraad en het advies van Rinnooy Kan ‘Verkenning leraren’, waarin wordt gesteld dat leraren vrijheid moeten krijgen bij de invulling van docentprofessionalisering. Uit de titels van deze drie publicaties (ruimte, ruim baan, vrijheid) zou je gemakkelijk kunnen afleiden dat het momenteel niet goed gaat met de ruimte/vrijheid van leraren in Nederland.

Is dat zo? In het themanummer van PS wordt de ervaren professionele ruimte van leraren in het voortgezet onderwijs onderzocht in de context van drie professionaliseringinitiatieven (Professionele Leergemeenschappen, Traineeships voor beginnende docenten en de Promotiebeurs voor leraren). Ook wordt het perspectief op professionele ruimte van schoolleiders onderzocht. Uit de vier bijdragen blijkt, kort samengevat, dat leraren in voortgezet onderwijs wel degelijk ruimte ervaren om te werken aan de ontwikkeling van de eigen onderwijspraktijk (individuele ontwikkeling), maar dat de ambitie tot olievlekwerking van eigen ideeën voor het verbeteren van de onderwijspraktijk naar collega’s niet zonder meer te realiseren is. De schoolleiding heeft hierin de uitdagende taak om de schoolorganisatie zo te ontwerpen dat docenten ruimte krijgen en kunnen nemen.

In de discussiebijdrage stelt Joseph Kessels dat er (te?) vaak naar ontwikkelingen in het onderwijs (waaronder docentprofessionalisering) wordt gekeken vanuit afzonderlijke elementen. Voorbeelden hiervan zijn werkdruk, motivatie, leercultuur, etc. Hij pleit voor het kijken naar scholen “als ecologische systemen, waarin niet de afzonderlijke interventies tot specifieke resultaten leiden, maar wel het complexe proces van diverse op elkaar inwerkende dynamische bewegingen”. Ook bespreekt hij dat huidige initiatieven in het kader van docentprofessionalisering veelal zijn gericht op de individuele docent waardoor ruimte om bij te dragen aan de schoolontwikkeling in het gedrang komt. Om dit (beter) te realiseren is een herontwerp van de schoolorganisatie nodig, waarin samenwerking tussen collega’s ten behoeve van het primaire proces vanzelfsprekend is in plaats van dat het door leraren als ‘extra’  wordt ervaren. Dit kan door het individuele lesgeven in klassen volgens een voorgeschreven lesrooster met verplichte leerstof te vervangen door vormen van onderwijs waarbij geredeneerd wordt vanuit de autonomie (of ruimte?) van de leerling.

Tot een dergelijk drastisch herontwerp van de huidige organisaties zal het niet snel komen. Wat mij betreft is het wel een oproep om als onderzoekers in nauwe samenwerking met de onderwijspraktijk de ambitie op te pakken een realistisch herontwerp van schoolorganisaties verder vorm te geven in de toekomst!

 

Link naar het themanummer: http://www.pedagogischestudien.nl/home

 

Share This Post!Share on LinkedIn0Tweet about this on Twitter0Share on Facebook0Email this to someone

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *